MAANDAG
|
's Morgens in het bos danst een spookje op het mos. De poesjes zijn zo blij want heeft dat spookje geen brokjes bij? En dan vliegt het spookje naar Windekind. Daar opent het de poort, welgezind. Alle lichtjes aan, wat een leuke school ziet ze daar staan. Achter elk raam verschijnt een vrolijke klas. Als meester tover je met je staf, als juf maak je elke dag de les helemaal af. |
DINSDAG
|
Dag allemaal! Ik ben Miss Poedel. Waf! Geen paniek, ik bijt niet hoor! Ik knuffel liever. Waf! Vroeger was ik echt bang voor honden, maar nu ben ik er even zelf eentje. Bovendien was ik eerder een kwajongen, niet te zien in een lange glitterjurk. In mijn vrije tijd geniet ik van mijn gezin en familie. Zo houden we van wandelingen en uitstapjes naar de dierentuin. Muziek spelen is echt pure ontspanning. Van koken krijg ik dan weer de kriebels. Maar eten doe ik wel graag! Waf! Hmmm, hondenchips! In de klas maak ik graag grapjes. Want lachen is gezond. Hopelijk zijn jullie ook zo'n fan van kinderboeken als ik! Waf! |
WOENSDAG
The Great Ghost leest voor uit...
Dievenschool van Dirk Nielandt
Dievenschool van Dirk Nielandt
|
‘Je gaat naar de dievenschool,’ zegt papa. ‘Je leert er alles over het vak. Het is de allerbeste school voor dieven die er bestaat. ‘Maar ik wil niet voor dief leren, ik wil op mijn oude school blijven.’ ‘Daar is geen sprake van,’ zegt papa streng. ‘Je komt weer thuis als je een goede dief bent.’ ‘Maar pap,’ sputtert Rolf tegen. Maar voor zijn vader is de kous af. Hij wilt er niet meer over praten. Ze rijden in stilte verder. Rolf kijkt uit het raam. Het wordt al licht. |
donderDAG
Miss Poedel leest voor uit...
Het Pimpelpaarse Polderspook van Marc De Bel
Het Pimpelpaarse Polderspook van Marc De Bel
|
Het gras is opeens veel korter. ‘Opgelet,’ zegt Piepel. ‘Heuvel in zicht.’ Een heuvel? Hier in de wei? Ze naderen een bruine hoop. ‘Wat een vreselijke stank!’ gruwelt Piepel terwijl hij zijn neus dichtknijpt. ‘Dat is wat anders dan die mensenkeuteltjes, hé Piep. Welk beest legt nu zo’n reuzenkeutel? Het ding is nog warm. Zo ver kan deze reuzenkeutelkakker dus niet zijn.’ besluit Soeza. ‘Misschien kan dat beest ons wel vertellen waar we het melkkruid kunnen vinden,’ hoopt Piepel. ‘Als jij me een zetje geeft, dan kan ik over de grassprieten heen kijken.’ ‘Oké,’ knikt Soeza. ‘Maar we gaan wat voorbij die reuzenkeutel, straks vallen we er nog in.’ Piepel klautert op Soeza’s schouders en kijkt in het rond. ‘Joehoe!’ roept Piepel. ‘Is daar iemand?’ Er komt geen antwoord. ‘Niets te zien, alleen een koppeltje vliegen,’ seint Piepel door. ‘En achter ons?’ Soeza draait zicht naar de andere kant. Piepel verstijft op slag als hij opeens recht in twee grote stierenogen kijkt. ‘Euuh…’
|